Aardrijkskunde
Aardrijkskunde is de leer van de aarde. Het is een wetenschappelijke discipline die het aardoppervlak bestudeert. Daarnaast gaat aardrijkskunde over cultuur, plantenleven, dierenrijk, het milieu, verkeer en het beschrijven van het landschap wereldwijd.
Maak de gratis online examentraining van aardrijkskunde.
Toetsen VWO
Toetsen Havo
Toetsen Vmbo
Havo en VWO
Op het examen Aardrijkskunde VWO 2018 komen vier hoofdonderwerpen terug. Het examen bestaat enkel uit open vragen over deze onderwerpen. Hieronder leggen we uit wat voor vragen je kunt verwachten.
Op het centraal examen Aardrijkskunde moet je de sociaalgeografische aspecten van de wereld kennen. Ook moet je de fysisch-geografische aspecten kennen. Er wordt van je verwacht dat je relaties kunt leggen tussen de natuur en de samenleving. Voor de regio Zuidoost-Azië moet je dit in detail weten. Het is belangrijk de je de unieke kenmerken van Zuidoost-Azië en de verhoudingen tussen landen in de regio kunt uitleggen. Tenslotte moet je om kunnen gaan met ruimtelijke vraagstukken. Zowel op regionale en nationale schaal, met relevante internationale kaders.
Andere vragen gaan rechtstreeks over de begrippen. Leer de begrippen daarom goed. Laat je eventueel overhoren door een klasgenoot. Daarnaast komt het ook voor dat je begrippen in een context moet plaatsen. Probeer goed te letten op de relatie van de begrippen in combinatie met een groter onderwerp.
Het examen Aardrijkskunde VMBO TL/GL/KB/BB 2020
Aardrijkskunde is de leer van de aarde. Het examen Aardrijkskunde VMBO TL/GL gaat over (1) Weer en klimaat, (2) Bevolking en ruimte, en (3) Water. Daarbij gaat het examen over Nederland, Duitsland, Spanje de Verenigde Staten, het Midden-Oosten en China. Je moet dus veel weten over de hoofdonderwerpen zelf, maar deze ook kunnen vertalen naar bepaalde gebieden in de wereld. Het examen Aardrijkskunde VMBO TL/GL zal bestaan uit open vragen en meerkeuzevragen. Hieronder leggen we uit wat voor vragen je kunt verwachten:
Een deel van de vragen zal rechtstreeks over begrippen gaan. Leer de begrippen daarom goed en laat je eventueel overhoren door een klasgenoot. Daarnaast komt het ook voor dat je begrippen in een context moet plaatsen. Zorg daarom dat je alle begrippen rondom een onderwerp kent en de relatie tot het onderwerp begrijpt. Let ook op de relatie van de begrippen in combinatie met een gebied.
Er komen vragen terug waar je iets van een landkaart, grafiek of tabel moet aflezen. Zorg dat je goed oefent met het begrijpen van landkaarten, grafieken en tabellen. Als laatste komen er af en toe beweringen terug waar je iets (onderbouwd met argumenten) van moet vinden. Zorg dat je hier altijd goed oplet hoeveel argumenten je moet geven. Maak in je antwoord goed duidelijk wat argument 1, 2, etc. is.
Als laatste punt geven we je graag mee dat je je antwoorden vaak het best beknopt kunt opschrijven. Zorg uiteraard wel dat je antwoord volledig is, maar schrijf niet teveel of extra’s op. Die extra zaken kosten tijd om op te schrijven (en dat is zonde). Daarnaast kan het zijn dat je met die extra zaken een fout maakt, waardoor gelijk je hele antwoord fout is.