Auto theorie oefenen
Auto theorie oefenen
Op deze pagina vind je informatie over auto theorie oefenen. Bereid je goed voor op de CBR theorie examens, zodat je in één keer slaagt. Wist je dat minder dan de helft van alle deelnemers van het CBR examen de eerste keer slaagt? Door veel te oefenen via Oefentoets kun je de leerstof onthouden en toepassen op het examen.
De oefentoetsen zijn verdeeld in verschillende categorieën. Begin met de eerste, zodat je de theorie eerst per onderdeel oefent.
Auto theorie oefenen
Je kunt het auto theorie examen alleen via het CBR afleggen. Vanaf 16 jaar kun je beginnen met auto theorie oefenen, zodat je binnen 18 maanden kunt deelnemen aan het praktijk examen. Het theorie examen bestaat uit twee onderdelen gevaarherkenning en verkeersregels en verkeersinzicht.
Via Oefentoets kun je per onderdeel (gevaarherkenning en verkeersregels en verkeersinzicht) oefenen. Er zijn oefentoetsen zowel met tijdsdruk als zonder, zodat je op je eigen manier kunt leren. Je kunt zowel het theorie examen oefenen als verkeersborden oefenen.
Per oefentoets is er gekozen om 10 tot 20 vragen op te nemen, zodat je vervolgens de antwoorden kunt bekijken. Je kunt nalezen welke vragen je goed en welke vragen je fout hebt beantwoord. Op deze manier weet je precies welke vragen je vaker moet oefenen.
De auto theorie oefenen
De auto theorie oefenvragen zijn gericht op het CBR examen en actueel. CBR stelt vragen over 25 onderwerpen. Je kunt deze onderwerpen leren uit een handleiding. Alle oefentoetsen zijn gratis en kun je via deze link bereiken: Theorietoetsen
De volgende onderwerpen tref je aan in deel 1 van de theorietoetsen.
- (A) Algemene bepalingen verkeerswetgeving.
- (B) Bepalingen rijbevoegdheid en rijbewijzen.
- (D) Techniek, onderhoud en controle van voertuigen.
- (E) Gebruik gordels en airbags; zitplaats voor passagiers.
- (C) Inrichting, belading en slepen van voertuigen.
- (H) Risico’s in verband met eigenschappen en toestand auto’s.
- (G) Risico’s in verband met toestand bestuurder.
- (J) Risico’s in verband met aanwezigheid en gedrag ander verkeer.
- (K) Risico’s in verband met weg-, zicht en weersomstandigheden.
- (L) Handelen bij verkeersongevallen.
- (F) Milieu bewust en energiezuinig rijden.
- (O) Voor laten gaan van blinden, gehandicapten en voetgangers.
- (P) Voor laten gaan van voorrangsvoertuigen, militaire colonnes en trams.
- (W) Gebruik van lichten.
- (Y) Verkeerslichten en aanwijzingen.
- (Z) Verkeerstekens op het wegdek.
- (V) Geven van tekens en signalen.
- (R) Plaats op de weg en voorsorteren.
- (Q) Uitvoeren van/voor laten gaan bij bijzondere manoeuvres.
- (U) Stilstaan en parkeren.
- (T) Snelheid.
- (S) Inhalen.
- (N) Voor laten gaan bij afslaan.
- (M) Voor laten gaan op kruispunten.
- (X) Verkeersborden.
Het theorie-examen bestaat uit 2 delen.
- Gevaarherkenning (25 vragen – minimaal 13 goed beantwoorden)
- Verkeersregels en inzicht 40 vragen – minimaal 35 goed beantwoorden)
Gevaarherkenning
Het onderdeel gevaarherkenning is door het CBR vanaf 2009 ingevoerd. Op basis van een verkeerssituatie moet je binnen een aantal seconden kunnen inschatten hoe je gaat reageren. Er zijn drie reactie mogelijkheden.
- Remmen (direct gevaar)
- Gas loslaten (mogelijk gevaar)
- Niet doen (geen gevaar)
Per vraag heb je 8 seconden om te antwoorden.
In de onderstaande tabel is globaal beschreven hoe je kunt reageren. Het is slechts een indicatie dus gebruik zelf je gezond verstand.
Remmen
Direct gevaar |
Gas loslaten
Er is mogelijk gevaar |
Niks doen
Er is geen gevaar |
Obstakel op de weg aan de rechterzijde of beide zijde. | Vrachtwagen in de buurt. | Geen gevaar. |
Voetbal op de straat. | Smalle weg of bochten. | Genoeg ruimte |
Kinderen op of naast de weg. | Slechte weersomstandigheden. | Geen andere weggebruikers. |
Gevaarlijke kruising (borden) | Geparkeerde auto’s | Geen bochten of kruispunten |
Dieren op de weg. | Dieren in de berm | Overzichtelijk kruispunt. |
Verkeersregels en verkeersinzicht
Het onderdeel verkeersregels en inzicht bestaat uit 40 vragen, waarvan 30 verkeersregels en 10 verkeersinzicht. Totaal mag je maximaal 5 fouten maken. Per vraag krijg je 20 seconden de tijd om te antwoorden.
Bij sommige vragen moet je plaatsje bekijken om de vraag te kunnen beantwoorden.
“Je wilt hier inhalen. Wat moet je doen?”
“Mag je over deze rijstrook blijven rijden”.
De theorievragen worden op basis van vier verschillende vragen gesteld.
- JA/NEE
- A,B of C
- Invulvragen (snelheid, afstand of seconden)
- Sleepvragen
Belangrijk bij het beantwoorden van de vragen is de veiligheid en het milieubewustzijn!
Let dus goed bij het beantwoorden van de vragen dat je extra veilig rijdt en daarnaast ook milieubewust.