VMBO

Het onderwijslandschap is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Echt overzichtelijker is het er zeker niet op geworden. Tegenwoordig draait het om leerwegen en profielen. Het voortgezet middelbaar beroepsonderwijs is daar een mooi voorbeeld van. VMBO staat dus voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en deze vorm van voortgezet onderwijs bestaat alweer sinds 1999.
VMBO is equivalent aan wat voorheen mavo en het vbo was. Een VMBO-opleiding duurt vier jaar en binnen deze vorm van onderwijs gelden vier zogenaamde leerwegen. Die leerwegen verschillen qua omvang en niveau in de theoretische- en de beroepsgerichte routes richting vooral mbo. VMBO geldt als voorbereiding op een mbo-opleiding. Doorstromen naar de havo komt ook voor, al belandt het gros van de VMBO-leerlingen uiteindelijk op het mbo.

 

Verbeterd VMBO traject

Vroeger sprak men voornamelijk over het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo), het lager beroepsonderwijs (lbo) en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo). Bovendien waren er daarnaast nog een aantal vormen van speciaal voortgezet onderwijs. Veeg al deze opleidingen op één hoop en je hebt het VMBO, dat onder staatssecretaris Netelenbos vorm kreeg. Aanvankelijk kleefde er een wat negatief stempel aan het VMBO. Ondertussen is het imago van deze vorm van onderwijs echter sterk verbeterd. Van de originele plannen uit 1999 is weliswaar nog zeker het geraamte over, door telkens weer aanpassingen te doen is het VMBO de afgelopen jaren sterk verbeterd en werd daarmee ook het stempel van scholen waar het altijd hommeles was afgeschud.

 

Drama

Kinderen die van de basisschool naar het VMBO gaan, krijgen de eerste twee jaar te maken met de vakken Nederlands, rekenen – ‘vroeger’ was rekenen geen vak meer op het voortgezet onderwijs -, wiskunde, Engels, mens en maatschappij, mens en natuur, kunst en cultuur en sport en bewegen. Bovendien wordt soms een tweede vreemde taal aangeboden, leerlingen die de beroepsgerichte leerweg volgen krijgen die tweede vreemde taal overigens niet aangeboden. Uiteraard wordt ook aandacht geschonken aan geschiedenis en aardrijkskunde, economie biologie, natuurkunde, verzorging, scheikunde, en informatiekunde. Ook techniek wordt (uiteraard) behandeld, net als beeldende vorming in de vorm van muziek, dans en drama.

Na de tweede klas kiest een leerling een leerweg. Een leerweg die het best aansluit bij zijn of haar kwaliteiten. Het vmbo biedt in totaal vier leerwegen. Een leerling die kiest voor de theoretische leerweg krijgt veelal alleen de algemeen vormende vakken (de zogenaamde avo-vakken) voorgeschoteld. Binnen de gemengde leerweg volgen leerlingen één vormend vak minder. In plaats daarvan besteden ze een aantal uren aan beroepsgericht onderwijs.

Niveau

Wat betreft het niveau zijn de algemeen vormende vakken van vergelijkbaar niveau als het niveau van de vakken die binnen de theoretische leerweg aangeboden worden. De derde mogelijkheid is de kaderberoepsgerichte leerweg waarin de leerlingen twaalf uur beroepsgericht onderwijs zullen volgen. Deze algemeen vormende vakken zijn wat niveau betreft wat lager in te schalen dan in eerdergenoemde leerwegen. Tenslotte is er nog de basisberoepsgerichte leerweg waarin ook zo’n twaalf uur besteed wordt aan beroepsgericht onderwijs en waar geldt dat de algemeen vormende vakken weer van een iets minder niveau zijn dan die in de kaderberoepsgerichte leerweg. Zo is er voor elke leerling een ideale leerweg binnen het VMBO beschikbaar.
Voor de bovenbouw van het vmbo gelden een aantal verplichte vakken in de vorm van Nederlands, Engels, maatschappijleer en lichamelijke opvoeding (gymnastiek). Bovendien wordt door de leerlingen nog beeldende vorming, muziek, dans of drama gevolgd.

 

Profielen VMBO

Behalve dat de leerlingen na hun tweede jaar kiezen voor een leerweg kiezen ze ook een zogenaamd profiel. Elk van die profielen VMBO heeft een vast programma en een vast vakkenpakket. Deze aangeboden programma’s sluiten naadloos aan op de mbo-opleidingen. Sinds vorig schooljaar gelden er tien verschillende profielen VMBO in de vorm van bouwen, wonen en interieur; produceren, installeren en energie; mobiliteit en transport; media, vormgeving en ICT; maritiem en techniek, zorg en welzijn; economie en ondernemen; horeca, bakkerij en recreatie, groen, dienstverlening en producten. Voor de theoretische leerweg gelden met techniek, zorg en welzijn, economie en landbouw vier vmbo-profielen.

 

Klein

Indien leerlingen gedurende langere of kortere periodes moeite hebben met bepaalde vakken en dus extra ondersteuning behoeven, dan is er binnen het VMBO ook nog het zogenaamde leerwegondersteunend onderwijs. Door bijvoorbeeld te werken met kleinere klassen of groepjes en extra begeleiding wordt getracht de kinderen op het gewenste niveau te krijgen. Na het vierde jaar verhuist het gros van de VMBO-leerlingen zoals gezegd naar het middelbaar beroepsonderwijs, anderen kiezen ervoor door te stromen naar de havo. Die groep is echter relatief klein.

 

Diploma

Omdat ondertussen wel gebleken is dat de overgang van het VMBO naar het mbo nog een best lastige stap is, wordt nog tot zeker 2022 gewerkt met zogenaamde doorlopende leerlijnen. De programma’s van de bovenbouw van het VMBO en het mbo vormen dan als het ware één geheel. Dat werkt bewezen effectiever en daardoor zijn er studenten die zo een jaar eerder al hun felbegeerde diploma binnen hebben. Dit diploma wordt wel de zogenaamde startkwalificatie genoemd: een mbo2 (of hoger) diploma. Zoals het nu lijkt zullen alle vmbo-leerlingen in de nabije toekomst deze doorlopende leerlijn kunnen gaan volgen.

 

Examentraining VMBO

Toch zijn er nog steeds leerlingen die voor hun examen nog niet helemaal klaar zijn voor het afleggen van het examen, een examentraining VMBO kan dan hulp bieden. Niet verwonderlijk dus dat veel leerlingen daarom vmbo-examentraining volgen. Met gekwalificeerde docenten, heel veel een op een aandacht en goed lesmateriaal, herhalen en oefenen gaan leerlingen in elk geval met veel meer zelfvertrouwen het toch altijd weer onzekerheid veroorzakende examen in. Er is tegenwoordig al een examentraining VMBO van een dag en er zijn trainingen in alle vakken. Vooral de extra persoonlijke aandacht is vaak net dat kleine maar broodnodige zetje in de goede richting dat een VMBO-leerling nodig blijkt te hebben. Ook wordt gewerkt met (veel) kleinere groepjes dan men gewend is en ook dat maakt dat leerlingen in korte periode toch aantoonbaar beter worden in bepaalde vakken. Helemaal niet onverstandig dus om een examentraining te volgen, al was het alleen al voor het vergroten van het zelfvertrouwen.

Examen VMBO

Wie voor de examens gemiddeld genomen een voldoende weet te halen, is geslaagd. Bovendien moet ook het gemiddelde cijfer van de behaalde eindcijfers in elk geval voldoende zijn. Ook noodzakelijk zijn voldoendes voor de kunstvakken en voor lichamelijke opvoeding. Bij het examen VMBO hoort ook een rekentoets en het kan zijn dat een werkstuk gemaakt moet worden voor het examen. Dat hangt echter af van de leerweg de gekozen is. Voor de ver leerwegen geldt dat een onvoldoende al genoeg is om te zakken. Een leerling moet dus aan alle eisen voldoen. Voor de echter strebers onder de leerlingen; wie in de theoretische of gemengde leerweg gemiddeld het cijfer 8 of hoger scoort op de vakken Nederlands, Engels, maatschappijleer alsmede op de vakken in het sectordeel plus een 8 scoren als hoogste cijfer in het vrije deel, die slagen cum laude.

 

Herexamen VMBO

Wie niet slaagt, die kan het examenjaar opnieuw doen en kan een jaar later opnieuw examen afleggen. Leerlingen die de theoretische leerweg volgen, die kunnen eventueel de vakken waarop onvoldoende gescoord werd via een staatsexamen alsnog halen. Ook het volwassenenonderwijs is dan een optie. Wie zakt voor de theoretische leerweg, kan ook geen ander diploma – van een andere leerweg dus- krijgen. Wie examen aflegt voor de drie andere leerwegen, die heeft dan ook examen gedaan voor een beroepsgericht vak (en dat hoeft bij de theoretische leerweg dus niet). Bij de theoretische leerweg is dit niet zo en leg je alleen examen af in de algemene theoretische vakken. Met andere woorden: een behaald diploma van een beroepsgerichte leerweg kan niet ‘even’ omgeruild worden voor een diploma van een van de andere drie beroepsgerichte leerwegen. Dit omdat de verschillen tussen de niveaus van de af te leggen examens daarvoor (veel) te groot is.